
Gebruik van de oven
Zet het gerecht dat gebakken, gebra-
den of gegrilleerd moet worden in de
oven.
Zet de functiekeuzeschakelaar op
de gewenste ovenfunctie.
De voorgeprogrammeerde temperatuur
verschijnt in het display van de oven en
het controlelampje van de +/– toets
gaat branden.
Komt de temperatuur niet overeen met
de aanwijzing in uw recept, dan kunt u
nu de temperatuur veranderen.
Druk op de toets "p".
Stel met de +/– toets de gewenste
temperatuur in.
De ovenverwarming wordt ingeschakeld
zodra het controlelampje van de +/–
toets uitgaat.
De verwarming wordt automatisch on-
derbroken zodra de ovendeur wordt
geopend. Door middel van de deur-
contactschakelaar worden de verwar-
mingselementen uitgeschakeld. Wan-
neer het heteluchtsysteem is
ingeschakeld, wordt ook de hetelucht-
ventilator uitgeschakeld.
Oven voorverwarmen
De oven hoeft slechts in enkele geval-
len te worden voorverwarmd:
Bij "Hetelucht D":
– voor het bakken van donker brood-
deeg
– voor het braden van rosbief, filet.
Bij "Boven- en onderwarmte A":
– voor het bakken van gebak met een
korte baktijd (tot ca. 30 minuten),
– voor het bakken van fijne deegsoor-
ten
– voor het bakken van donker brood-
deeg
– voor het braden van rosbief, filet.
Voorverwarmen
Draai de functiekeuzeschakelaar op
de gewenste ovenfunctie.
Stel met de temperatuurkeuzescha-
kelaar de juiste temperatuur in.
Plaats de gerechten in de oven zo-
dra de gewenste temperatuur is be-
reikt.
Bereiding onderbreken / oven
uitschakelen
Draai de functiekeuzeschakelaar op
"0".
De oven wordt uitgeschakeld; alle be-
reidingen worden gewist en alle symbo-
len verdwijnen uit het display.
Uitzonderingen:
– Als de Bratometer in gebruik is, blijft
het symbool "e" branden.
Bediening van de oven
19
Comentarios a estos manuales